Egypte 2003

Zaterdag 26 april 2003 stapten we met z'n vijfen (Shelley, Jon, Debby, Irna en Jan) op het vliegtuig naar Egypte voor een drieweekse rondreis door dit land met zijn oude cultuur. Egypte bleek voor ons een land met alles in de overtreffende trap; geweldig mooi, geweldig lelijk, geweldig vies, geweldig lastig, geweldig lekker, geweldig warm, geweldig zanderig enz. enz. te veel om op te noemen. Met een klein gezelschap van acht vakantiegangers en drie begeleiders hadden we een perfect evenwicht met veel gezamenlijke acties maar ook met ruimte voor jezelf. Op den duur wordt je van alles natuurlijk wel een beetje moe doch het land en deze reis is sterk aan te bevelen.

"Allahu akbar". "Allah is de grootste". De oproep tot gebed welke vanaf de minaret de omgeving in wordt geroepen. Het maant tevens aan om de gejaagdheid en de efficiëntie van het westen los te laten. Aanpassen aan een andere cultuur en denkwijze.

Een ezelsbruggetje hiervoor is IBM... De letters horen bij Insha'allah, Bukra en Malesh.

Insha'allah betekent "als Gods het wil" en elke wens en toezegging wordt hiermee afgesloten. Als iets niet lukt dan heeft Allah het zo gewild.

Bukra betekent "morgen", morgen is er weer een dag... of overmorgen. Trouwens, morgen kan ook volgende week zijn, of nooit!

Malesh betekent tenslotte "Geeft niks, wind je niet op, blijf kalm". Malash heb je in Egypte zeker nodig.

Anja, Nabil, Mustafa, Michelle, Max en Wim ook bedankt voor een lekkere vakantie samen en veel succes en geluk in de toekomst.

Nabil and Mustafa, many thanks for a wonderful holiday in your country. You two made the journey complete and a warm feeling of friendship remains. Good luck and a healthy and happy live to the both of you and your families, insha'allah.

Dag 1 Vlucht naar Alexandrië

We vliegen met Lufthansa via Frankfurt naar Alexandrië. Na aankomst in de nacht werden we door onze reisbegeleiders Anja en Mustafa maar ook onze chauffeur Nabil opgewacht en naar het hotel gebracht.

Dag 2 Alexandrië, vrije dag

Deze leuke stad wordt nog relatief weinig bezocht, ten onrechte menen wij. De stad heeft een rijke geschiedenis en een plezierig, uitnodigend mediterraan karakter. Vooral de boulevard langs de Middellandse Zee, met z’n terrasjes, is ideaal om te flaneren en ontspannen. De geschiedenis van Alexandrië, circa 330 v.Chr. gesticht door Alexander de Grote, is terug te vinden in diverse Griekse en Romeinse overblijfselen (waaronder het fraaie Grieks-Romeinse Museum) en in de indrukwekkende vesting Qait Bey aan de havenmond, waar ooit de vuurtoren van Pharos stond (een van de klassieke wereldwonderen).

Dag 3 Alexandrië – Cairo, via Gizeh

We brengen nog een volle dag door in 'de moeder aller steden', Cairo, een metropool met bijna evenveel inwoners als Nederland en een chaotische sfeer vol oosterse en westerse elementen. Temidden van een kakofonie van verkeer manoeuvreren zich ezelskarren en ambulante theeverkopers. Veel vrouwen gaan hier gesluierd en behalve in moderne westerse pakken zie je ook nog veel mannen lopen in lange gewaden. Islamitische koepels en minaretten worden afgewisseld door strakke nieuwbouw met neon en felgekleurde bioscoopreclames. Het geluid van claxons vermengt zich met de traditionele gebedsoproepen, waarmee rond 4 uur ‘s ochtends wordt begonnen. Om de sfeer goed te proeven kun je door de oude Arabische stad dwalen, waar zich rond de beroemde Al Azhar universiteit oude stadspoorten, moskeeën en het museum voor islamitische kunst bevinden. Hier kochten wij onze hoofdbedekking voor de hete woestijn en het eerste afdingen was een feit.

Het Egyptisch Museum is een van de absolute hoogtepunten. Naast prachtige beelden die chronologisch de geschiedenis van Egypte illustreren, zijn er diverse bontgekleurde mummiekisten en schitterende juwelen te zien. Hoogtepunt zijn de grafschatten van Toetanchamon. De ontdekking van zijn graf (en vooral zijn dodenmasker) in 1922 veroorzaakte in het Europa van de dertiger jaren een ware Egyptomanie. Niemand kon het beter vertellen dan onze gids Rene, waarvoor dank.

De imposante citadel met de moskee van Mohammed Ali biedt een prachtig uitzicht over de immense stad. Het zuiden van Cairo is het oudste gedeelte van de stad, tegenwoordig de Koptische wijk. Hier staan enkele oude kerken, evenals het Koptisch museum. Anja geeft ter plekke meer informatie over de vele mogelijkheden die de stad biedt. ‘s Avonds hebben we nog echte pizza (!) gegeten in één van de goede restaurants van deze stad, die een voortrekkersrol vervult in het ontstaan van een moderne Arabische levensstijl.

Dag 4 Cairo - Bahariya Oase

Vandaag trekken we de westelijke, Libische woestijn in. In dit uitgestrekte, droge gebied dat ruwweg twee derde van het oppervlak van Egypte beslaat, woont slechts 1 % van de Egyptische bevolking! Na het verlaten van de hoofdstad duurt het niet lang voordat we in de woestijn zijn. Het gebied waar we voor een deel doorheen rijden, is een eindeloze vlakke grindwoestijn. Hierin kun je versteende stukken hout zien liggen die al rond de 20 miljoen jaar oud zijn. In dat verre verleden was de Sahara een groot bos, waar groot wild als neushoorns en olifanten leefde

Bahariya betekent letterlijk ‘richting de zee’, een benaming die herinnert aan de vroegere karavanen die via verschillende oases van het zuiden naar de Middellandse Zee reisden. In de oase liggen verschillende bronnen die al in de verre oudheid bezocht werden en waaromheen verschillende dorpjes zijn ontstaan. In Bahariya is kort geleden een spectaculaire vondst gedaan: een honderdtal tombes uit de Romeinse tijd herbergen duizenden mummies. Op dit moment zijn de opgravingen nog in volle gang, maar gelukkig hebben we de gelegenheid m enkele van deze mummies te bekijken. We bezochten in Bahariya enkele oude bronnen waarin we een heerlijk bad hebben genomen met thee van de inheemse bevolking, en de oude, verlaten binnenstad bekijken. Aan het begin van de avond hebben we de zwarte berg beklommen, die tijdens de eerste Wereldoorlog als uitkijkpost diende voor het Engelse leger, en waarvandaan je een schitterend uitzicht hebt over de oase.

Dag 5 Bahariya Oase - Farafra Oase

Over een eenzame weg rijden we eerst door de zwarte, vervolgens door de zeer indrukwekkende Witte Woestijn naar de oase Farafra. De zwarte woestijn is sterk ijzerhoudend en dankt daaraan zijn kleur, terwijl de witte woestijn zijn woeste en helwitte aanzien krijgt door het eroderende kalkgesteente hier. Farafra is de kleinste van de westelijke oases. Er leven hier veel bedoeïenen, die hun huizen volgens traditionele methodes uit leem gebouwd hebben, en in prachtige gewaden gekleed gaan.

Het grote spektakel van dit gebied is zonder meer de witte woestijn. Het spierwitte kalkgesteente is miljoenen jaren geleden gevormd, toen dit gebied bedekt werd door zee. Nog steeds kun je fossielen van schelpen en slakken terug vinden in de kalklagen. Avonturiers kunnen in de woestijn overnachten, en dat deden wij. Aan het einde van de middag met de jeep de woestijn in, waar we hebben gewandeld tussen de rotsen die geërodeerd zijn in de meest fantastische vormen. Tijdens de zonsondergang, die oranje schaduwen op het wit werpt, heerst een grote stilte en hoor je alleen het vuur knetteren waarop onze bedoeïnenmaaltijd wordt klaargemaakt. Het is bijzonder romantisch om in de buitenlucht onder de onmetelijke sterrenhemel in slaap te vallen! Donker = pikzwart en je ziet duizenden sterren. 'sOchtends verbaas je je over de vele sporen in het zand van de woestijnbeesten. Even niet aan denken...

Dag 6 Farafra Oase, vrije dag

De woestijnovernachters rijden vanmorgen terug naar het hotel. De rest van de dag vrij. Dit plaatsje laat je op een rustige manier kennis maken met een heel andere levenswijze dan je in Cairo gezien hebt. Er is in Farafra een interessant museum te bekijken. Daarnaast zijn er tuinen en natuurlijk bronnen te bezoeken. Even genieten van de “oase van rust” die je in de woestijn omringt kan natuurlijk ook….

Dag 7 Farafra Oase - Dakhla Oase

Onderweg naar Dakhla, waar we aan het einde van de middag aankomen, komen we langs verschillende oasedorpen. Op de landerijen worden naast graan en rijst veel vruchten verbouwd, zoals olijven, dadels, mango’s, abrikozen en citroenen. Als er markt is, kun je dit verse fruit rechtstreeks van de boeren kopen. Je zult merken dat het veel beter smaakt dan het fruit dat in Nederland verkrijgbaar is! In de Grieks-Romeinse tijd was Egypte de graanschuur van Rome, en dat de oases in die tijd floreerden kun je zien aan de tempels en graven die in dit gebied te vinden zijn. Tijdens de vroeg islamitische periode bouwde men vestingen rond de stadjes om de inwoners te beschermen tegen roofaanvallen van bedoeïenen. Een prachtig voorbeeld daarvan is AlQasr, dat in de Middeleeuwen lijkt te zijn blijven steken. Dakhla wordt begrensd door de ‘Great Sandsea’, een zandwoestijn met eeuwenoude wandelende duinen. We logeren in Mut, het grootste stadje van de Dakhla Oase. Weinig bier in Egypte doch hier konden we er tijdens het eten van genieten.



Dag 8 Dakhla Oase - El Kharga Oase

El Kharga is de grootste van de vier oases die we bezoeken en onze laatste stop voordat we de Nijlvallei bereiken. Het gelijknamige El Kharga, waar we overnachten, kan met zijn meer dan 70.000 inwoners met recht een stad worden genoemd. Rond de stad tref je de ruïnes aan van enkele tempels uit de Perzische en Romeinse tijd. Een bezoek aan de Koptische necropolis Al Bagawat, met enkele beschilderde grafkoepels, is zeker de moeite waard. In het archeologische museum van El Kharga valt de eeuwenoude geschiedenis van de oase te bewonderen. Zoals de tentoongestelde gebruiksvoorwerpen laten zien, werd het gebied al in de prehistorische tijd bewoond. De kamelenrit in de verlaten woestijn sprak tot de verbeelding. Het echte gevoel komt dan naar boven.

Dag 9 El Kharga Oase - Aswan

Vandaag rijden we via Esna naar Aswan. Bij Esna vinden we de Nijl terug en volgen we lange tijd dit zo kenmerkende landschap van Egypte. De strook vruchtbaar land aan weerszijden van de Nijl is op zijn hoogst 20 km breed, maar meestal kun je de abrupte overgang van groen naar woestijn direct zien. Je kunt dan letterlijk met een been in de Nijlvallei staan, en met de andere in de woestijn. Aswan is een zeer vriendelijk en gezellig stadje. Hier liggen gele zandduinen en in de rivier rijzen donker granieten ronde rotsmassa's op als aankondiging van de stroomversnellingen, ofwel cataracten. Van oudsher was Aswan een handelsstad en het wordt nog wel 'de poort naar Afrika' genoemd. Niet verwonderlijk als je de mix van Arabische en Afrikaanse invloeden ziet. Naast de Arabische bevolking tref je hier veel Nubiërs aan. De bazaar is, met zijn vele groenten, fruit en kruiden, beslist een bezoek waard. ‘s Avonds hebben we heerlijk gegeten in een van de vele restaurants langs de Nijl, waarbij je buiten langs het water de zon in de rivier kunt zien ondergaan. Mustafa was genoodzaakt de trein naar Cairo te nemen. Zijn agentschap was slechts voor de westerlijke woestijn en niet voor de gehele reis. Het afscheid deed toch wel een beetje pijn...

Dag 10/11 Aswan, vrije dagen

Aswan biedt legio mogelijkheden. De tempel van Philae, gewijd aan de godin Isis, is romantisch gelegen op een eiland in de Nijl en hebben we op de vroege ochtend bezocht alsmede de grote Aswan-dam na het tweede cataract. De eerste dam is een kleine welke slechts de rivier "reguleerde". De eerste president Nasser was de initiator van de grote dam welke de gehele electriciteitsproductie van Egypte voor haar rekening neemt. Een nadeel is dat in geheel Egypte de Nijl niet meer overstroomd en de vruchtbare oevers niet meer datgenen geeft wat zij al eeuwen daarvoor deed.

Aswan is vanaf de jaren zestig ook bekend vanwege de High Dam, met daarachter het grootste stuwmeer ter wereld, het Nassermeer. Door de bouw van deze dam kwamen diverse tempels onder het wateroppervlak te liggen. Dankzij een ongelooflijk staaltje van technische kennis en hulp van de UNESCO is het belangrijke complex van Abu Simbel naar een hoger gelegen plateau verplaatst. Hier staan twee onovertroffen tempels (oorspronkelijk uit de rotsen gehouwen) van Ramses II en zijn vrouw Nefertiti. Gigantische beelden van deze farao torenen boven de bezoekers uit en bewaken de ingang. De tocht er naar toe was lang en gevaarlijk gezien de al bekende karavaanbewaking maar zeer de moeite waard.

360° blik bij Abu Simbel

Dag 12/13 Feluccatocht Aswan - Kom Ombo; Kom Ombo - Luxor

Vandaag hebben we Egypte weer vanuit een heel ander perspectief gezien. We stappen 's morgens op de felucca, de traditionele boot met de kenmerkende witte zeilen. Aan dek kun je genieten van het leven langs de rivier. De boeren halen hun irrigatiewater met behulp van pompsystemen uit de rivier, al moeten er ook vaak emmers aan te pas komen. Op de rivier zelf zien we regelmatig vissers in kleine bootjes die met stokken de vissen opjagen alsmede de grote stinkende cruiseschepen.

Aan boord worden onze maaltijden klaargemaakt door de bootsmannen. We overnachten aan boord op matrassen onder de sterrenhemel. Wassen is slechts zeer beperkt mogelijk, en er is geen toilet aan boord. De volgende morgen bij Kom Ombo worden we weer door de bus opgepikt. Hier brengen we een bezoek aan een opmerkelijke, aan twee goden gewijde tempel: de dubbeltempel van de krokodillengod Sobek en de god Horus met zijn valkenkop.

Zoals gezegd wacht onze bus ons hier op en brengt ons naar Luxor. Onderweg bekijken we bij Edfu de geweldige Horustempel alwaar volgende het oude geloof de schepping en geboorte van Horus plaatsvond. Pronkstuk van deze tempel zijn prachtige beelden van granieten valken. ‘s Middags bereiken we Luxor. Het straatbeeld van deze kleine en knusse stad aan de Nijl wordt bepaald door de talloze bontversierde koetsjes die als taxi dienen, de ‘kalesh’. In de avond dineren we in het gezellige centrum met de gehele groep. De dag later op een dakterras om de zonsondergang weerspiegeld in de Nijl te zien. Omdat ook de oude Egyptenaren de zon, oftewel hun zonnegod, zagen verdwijnen achter de westelijke horizon, bedachten ze dat daar het dodenrijk moest liggen. Niet alleen Gizeh en Memphis, maar ook de grafcomplexen bij Luxor liggen dan ook op de westoever.

Dag 14/15 Luxor, vrije dagen

In de twee dagen die we in Luxor verblijven hebben we een groot aantal oudheden bezocht. De antieke naam van Luxor was Thebe. Vanaf het Midden Rijk, rond 2037 v. Chr., verplaatsten de farao's de hoofdstad hiernaartoe. De bloeitijd stamt van zo’n 500 jaar later. En hoe machtig de stad was, is nog af te lezen aan de vele imposante tempelcomplexen, lanen met sfinxen en indrukwekkende graven die de stad nog altijd sieren. Het hoogtepunt is ongetwijfeld Karnak, een immens tempelcomplex dat gewijd is aan de god Amon. De beroemde ‘tuin der zuilen’ zul je herkennen als het decor van de verfilming van Agatha Christie’s ‘Murder on the Nile’. Vele farao’s hebben hun handtekening in het complex achtergelaten door nieuwe stukken aan de bestaande tempel te bouwen, door beelden te plaatsen of obelisken op te richten. De tempel was ooit door een sfinxen-allee verbonden met de tempel die in hartje Luxor staat. Deze tempel is veel kleiner, maar zeker een bezoek waard, vooral 's avonds wanneer hij feeëriek verlicht is. Ook vandaag de dag vindt hier het actieve leven plaats: Centrum hiervan is de bazaar, met fruitstalletjes waar je een vers geperst glas mango of suikerrietsap kunt proeven en theehuizen waar je je kunt mengen tussen de waterpijprokende mannen. Al deze bezienswaardigheden bevinden zich op de oostelijke oever, de kant van de levenden en hebben we traditioneel en naar oer-Hollands gebruik met de FIETS bezocht.

Op de westoever daarentegen lag het dodenrijk. In deze periode werden niet langer piramides gebouwd die vielen zo op dat het grafrovers wel erg gemakkelijk werd gemaakt. Vanaf het Middenrijk ging men ertoe over de graven in de rotsen uit te houwen.

Meest imposant is het Dal der Koningen: de graven zijn groot, en prachtig gedecoreerd met schilderingen. Jammer is wel dat de huidige Egyptenaren zonder beleid de dingen beschermen. Ze maken meer stuk dan goed is. De arbeiders en architecten die deze kunstwerken in de oude tijd maakten, hadden een eigen dorp waar zij woonden, Deir el Medina. Je vindt hier hun eigen, meer intieme graven waar je, na een steile afdaling, verrast zult worden door de veel vrijere en ontroerende schilderingen uit het dagelijks leven. In de rotsgraven bevonden zich geen offerplaatsen, zodat er speciale dodentempels voor werden gebouwd, zoals het spectaculaire Deir el Bahri en de tempel van Hatsjepsoet.

Dag 16 Luxor - Hurghada

In de ochtend vertrekken we vanuit Luxor naar Hurghada aan de Rode Zee. Bij Qena verlaten we de levensader van Egypte en maken een doorsteek naar de kust. De busrit is mooi en voert door het ruige landschap van de Arabische woestijn. Komend uit de bergen dalen we af naar Hurghada, een betrekkelijk nieuwe, rommelig gebouwde stad en een welbekend centrum voor watersportliefhebbers. Na aankomst namen we nog een duik in zee en hebben lekker gegeten.

Dag 17 Hurghada - Sharm el Sheikh - Catharina

Onze boot naar Sharm el Sheikh vertrekt ‘s morgens vroeg naar de Sinaï. We reizen met een snelle ferry en bereiken zo in ongeveer anderhalf uur de overkant van de Rode Zee. Tijdens de overtocht zie je de zon opkomen, en doemen in de verte de kleurrijke bergen van de Sinaï op. In Sharm el Sheikh pikt onze bus ons op en brengt ons naar het stadje Catharina. Het was een verassing dat Mustafa hier op ons stond te wachten. Zijn baas vond dat hij de Sinai ook maar eens moest zien.

Het grillige berglandschap van de Sinaï waar we doorheen rijden is buitengewoon kleurrijk, en heeft een belangrijke rol gespeeld in de bijbel, met name rond de figuur van Mozes. De Arabische woestijn van de Sinaï is veel bergachtiger dan de Libische woestijn waar we eerder doorheen reisden met ook veel minder zand. Ons hotel in Catharina heeft een zwembad, waar we na aankomst nog konden zwemmen in het steenkoude water.

Dag 18 Catharina - Dahab

De beklimming van de Mozesberg (Jebel Musa, 2285 m), de berg waarop Mozes de stenen tafelen met de Tien Geboden zou hebben ontvangen, is alleen door Wim gedaan. De rest was eigenlijk te moe! Later in de ochtend is er tijd om onderaan de berg het klooster te bezoeken. Het Catharina of Sinaï klooster werd door de Byzantijnse keizer Justinianus (527-565) opgericht. Bijzonder is dat het klooster nooit door islamieten is ingenomen, en dat originele mozaïeken en ikonen prachtig bewaard zijn gebleven. Het klooster heeft een zeer rijk interieur en er groeit een loot van het brandende braambos. De legende is dat God hier in de vorm van deze brandende struik tot Mozes zou hebben gesproken.

De rit naar Dahab voert ons door het ruige berglandschap van de Sinaï. Ons hotel in Dahab ligt aan het strand van de Golf van Aqaba.

Dag 19 Dahab, vrije dag

Dahab is het Arabische woord voor ‘goud’, en dankt zijn naam aan zijn prachtige stranden. Tijdens deze vrije dag heb je alle tijd om te zwemmen, te snorkelen en uit te rusten. Vanuit ons hotel loop je zo het prachtige strand op, van waaraf je direct kunt snorkelen. De Rode Zee is een van de mooiste plekken ter wereld om te snorkelen. Schitterende koraalriffen, waterplanten, weekdieren en vissen in alle kleuren van de regenboog trekken aan je duikbril voorbij. Wij hebben de Blue Hole bezocht, een gat in het koraal van 60m diep. Een geweldige ervaring... Je zou hoogtevrees krijgen van de diepte. Ooit komen we terug.

Dag 20 Dahab - Cairo

‘s Morgens rijden we van Dahab terug naar Cairo. Onderweg stoppen we nog bij het Suez-kanaal, een van de grootste wonderen van bouwkunst. Hoewel in een ver verleden al sprake was van het maken van een verbinding tussen de Middellandse Zee en de Rode Zee, duurde het toch tot het midden van de Negentiende Eeuw voor de constructie serieus ter hand genomen werd. In tien jaar tijd werd de verbinding gerealiseerd, waardoor een van de belangrijkste verbindingswegen ter wereld tot stand kwam. De strook land langs de Rode Zee is nog steeds onder Israelische "controle", d.w.z. zij ogen nog steeds vrij reizen aldaar. De UN heeft de feitelijke bewaking.

Dag 21 Cairo, vrije dag

Vandaag bezoeken we in Cairo de wereldberoemde piramiden en andere monumenten uit de beginperiode van de Egyptische cultuur, het Oude Rijk (2575- 2134 v. Chr.). We bekijken de oude hoofdstad, Memphis, waar niet veel meer van over is, aangezien de ruïnes als bouwmateriaal dienden voor veel gebouwen in Cairo. Beter is het gesteld met de bijbehorende dodenstad, Sakkara. Deze werd in de woestijn gebouwd; de vruchtbare Nijlvallei moest immers optimaal benut worden voor landbouw. Koningen en (belang)rijke burgers werden hier begraven. Om het graf te markeren werd er een gebouw op geplaatst waarin offers voor de dode gebracht werden, de mastaba. De muren zijn gedecoreerd met prachtige, gedetailleerde reliëfs met scènes uit het dagelijks leven. Vaak zijn de kleuren nog heel levendig en helder. Koningen moesten zich natuurlijk onderscheiden van particulieren; om hun status te benadrukken plaatsten zij een aantal mastaba's op elkaar, zoals je kunt zien bij de trappiramide van Djoser (ca. 2630 v Chr.). Hierna kregen de piramides gladde wanden.

De grootste exemplaren zijn de bij Gizeh gelegen piramides van de farao's Cheops, Chefren en Mykerinos die gelden als een van de zeven wereldwonderen. Aan de voet hiervan maken we kennis met de grote Sfinx. Al met al bouwwerken die zeer ruim voldoen aan de verwachtingen. Onbegrijpelijk dat mensen in de oudheid dit konden.

Onze vlucht naar Amsterdam vertrekt de volgende morgen in alle vroegte, zodat we bij het beginnen van de nacht naar de luchthaven rijden. Wederom overstappen in Frankfurt en de vakantie is eigenlijk voorbij.

Dag 22 Aankomst in Amsterdam.

Een geweldige leuke en spirituele vakantie voorbij….