Muziek

Deze page geeft globaal weer welke muzieknummers Irna en Jan hebben beïnvloed in hun leven. Bekende maar ook mjinder bekende songs van hbet grote en kleine podium. Opgegroeid in de hippie-tijd van de 60er jaren en gevormd in de 70er jaren. Mooie tijd en muziek. Geniet van de filmpjes; ze zijn gelinkt aan YouTube.

De Bee Gees was een popgroep rond de tweelingbroers Robin Gibb (1949-2012, zang) en Maurice Gibb (1949-2003, basgitaar, keyboard en zang) en hun oudere broer Barry Gibb (1946, gitaar en zang). De naam van de groep was aanvankelijk niet bedoeld als afkorting van "Brothers Gibb". Oorspronkelijk speelden de broers samen als 'the Rattlesnakes', later werd dat 'Wee Johnny Hayes & the Bluecats' en onder die naam werden ze geïntroduceerd bij radio-dj Bill Gates. Dat gebeurde door Bill Goode, nadat hij hen aan het werk zag op het Brisbane Speedway Circuit. Bill Gates bedacht de naam "Bee Gees" en baseerde zich daarbij op zijn en Goodes initialen: BG. Naarmate de groep in de late jaren zestig zelfstandig succes begon te oogsten, werd de naam meer geassocieerd met "Brothers Gibb". 

Nummer: I started a Joke (1968)

Ten Years After is een Britse bluesrockband van eind jaren 1960 en begin jaren 1970. Ten Years After behoorde tot de bezetting van Woodstock, het Amerikaanse muziekfestival in augustus 1969.

Tussen 1968 en 1973 bereikten acht albums van de band de top 40 van de UK Albums Chart. Twaalf albums scoorden in de US Billboard 200. Ten Years after bracht nummers uit als I'm Going Home, Hear Me Calling, I'd Love to Change the World en Love Like a Man.

Ten Years After werd opgericht in 1966 door Alvin Lee en Leo Lyons. De band waarvan beiden voordien deel uitmaakten, heette tussen 1960 en 1962 Ivan Jay and the Jaycats en Ivan Jay and the Jaymen. In 1962 werd de groep omgedoopt tot de Jaybirds met Lee, Lyons en (vanaf 1965) Ric Lee (geen familie van Alvin Lee). In 1966 werd de groep uitgebreid met toetsenman Chick Churchill. Datzelfde jaar veranderde de groep de naam in Ten Years After.

Na herhaalde optredens in de Marquee Club in Londen speelde de groep in 1967 op het Windsor Jazz Festival. Na dit optreden kregen ze een platencontract aangeboden bij Deram en in 1967 verscheen hun debuutalbum Ten Years After. Na een tournee in Scandinavië en de Verenigde Staten verscheen in 1968 het livealbum Undead, met daarop I'm Going Home. In 1969 volgde studioalbum Stonedhenge, met onder meer Hear Me Calling. In datzelfde jaar volgden optredens op het Newport Jazz Festival, het Seattle Pop Festival en op 17 augustus Woodstock.

Nummer: I'am going home (Woodstock-versie 1969)

Pink Floyd is een Engelse rockband die internationale erkenning krijgt voor zijn progressieve psychedelische rockmuziek. De groep evolueerde tot pioniers van de progressieve rock en symfonische muziek. Pink Floyd is bekend door zijn filosofische songteksten, klassieke rockcomposities, experimenten met geluid, grafisch en artistiek vernieuwende hoesontwerpen en niet in de laatste plaats door vele spectaculaire live-concerten.

Als een van de meest succesvolle en invloedrijke bands in de rockmuziek verkocht Pink Floyd wereldwijd meer dan 300 miljoen albums.[1] Syd Barrett, Roger Waters en het latere bandlid David Gilmour kenden elkaar van school in Cambridge, terwijl de overige leden Mason en Wright samen met Roger Waters architectuur studeerden aan het Polytechnic in Regent Street in Londen.

Pink Floyd had in de late jaren 60 aanvankelijk bescheiden succes als een psychedelische band die destijds nog geleid werd door Syd Barrett. Barretts toenemende onbetrouwbaarheid en zijn moeizame gedrag dwongen de overige bandleden om een nieuwe gitarist en leadzanger toe te voegen. Dat werd David Gilmour, die Syd Barrett later helemaal zou vervangen. Na het vertrek van Barrett werd zanger en basgitarist Roger Waters langzaamaan bandleider en de belangrijkste songwriter. Dit leidde tot enkele wereldwijd bekende albums zoals The Dark Side of the Moon (1973), Wish You Were Here (1975), Animals (1977) en The Wall (1979).

Nummer: One of these Days (1971)

T. Rex (oorspronkelijk Tyrannosaurus Rex, ook geschreven als T Rex of T-Rex) was een Britse rockband uit de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw, opgericht door singer-songwriter en gitarist Marc Bolan. T. Rex wordt beschouwd als een van de eerste en belangrijkste glamrockbands. De simpele popstructuur van de band is van grote invloed gebleken op de latere hardrock, punk en new wave. In 1967 richt Bolan samen met percussionist Steve Peregrin Took (de artiestennaam komt van een personage uit de In de ban van de ring-trilogie) in Londen een folkband op, genaamd Tyrannosaurus Rex. De eerste paar jaren staat de band voornamelijk bekend als een hippiegroep met komische psychedelische teksten. Bij optredens zit Bolan op een kleedje met een akoestische gitaar; Took begeleidt hem op bongo's. Bolans vroegere manager Simon Napier-Bell maakt wat opnamen met hen, maar ziet weinig perspectief in hun muziek.[1] In 1968 begint de band een samenwerking met producer Tony Visconti, die hun muziek op de plaat zet. Tyrannosaurus Rex brengt de eerste single Deborah uit en de eerste twee albums, My people were fair and had sky in their hair... But now they're content to wear stars on their brows en Prophets, seers & sages, the angels of the ages. De tweede single One Inch Rock, haalt de onderste regionen van de Britse top dertig. Een fan van het eerste uur is de diskjockey John Peel, die bijdragen levert aan het eerste en het derde album. Op allebei leest hij een verhaaltje voor.

Een van de hoogtepunten uit deze periode is een optreden bij een openluchtconcert in Hyde Park in Londen op 29 juni 1968, samen met Pink Floyd, Roy Harper en Jethro Tull. Tyrannosaurus Rex treedt ook op bij Lowlands 1968 in Utrecht, alweer samen met Pink Floyd.

Met Took neemt Bolan nog het album Unicorn op, maar na een rampzalige tournee door de Verenigde Staten gaan de twee uit elkaar. De single King of the rumbling spires, ongeveer tegelijk met Unicorn geproduceerd, is de eerste single van de band die is opgenomen met een elektrische gitaar. Voor het vierde album A beard of stars wordt Took vervangen door Mickey Finn. In 1969 brengt Bolan het poëzieboek The warlock of love uit. Het boek wordt, dankzij een trouwe groep volgelingen die de band in drie jaar heeft opgebouwd, een bestseller.

In 1970 wordt de naam van de band ingekort tot T. Rex en ontwikkelt de band zich van de hippiefolk af richting door pop en rock-'n-roll beïnvloede rockmuziek: de band maakt meer gebruik van elektrische gitaren en de teksten zijn meer seksueel getint. De band treedt in de zomer op op het Holland Pop Festival en brengt op het Europese vasteland de single By the light of the magical moon uit, die flopt. De eerste echte grote hit Ride a white swan bereikt eind dat jaar de tweede plaats in de Britse hitlijsten, en eind dat jaar wordt het nieuwe album T. Rex uitgebracht. Bassist Steve Currie en drummer Bill Legend worden aan de band toegevoegd. In deze bezetting brengt de band de single Hot love uit, die in het Verenigd Koninkrijk zes weken op nummer één staat en ook in andere landen een grote hit wordt. De single wordt opgevolgd door het eveneens zeer populaire Get it on. In de herfst van dat jaar wordt het tweede album Electric warrior onder de naam T. Rex uitgebracht, waarop de voltallige band voor het eerst te horen is (overigens zou jaren later van bijeengemixte oude opnamen van Bolan het unplugged album Acoustic warrior worden gefabriceerd).

Tijdens optredens met de band geeft Bolan steeds meer aandacht aan het uiterlijk vertoon. Hij gaat make-up dragen, te beginnen met glitters op zijn gezicht. Het moment dat Bolan glitters op zijn gezicht gaat dragen tijdens een optreden in Top of the Pops in maart 1971 wordt over het algemeen beschouwd als het begin van de glamrock. Met het succes van de band weet T. Rex glamrock populair te maken onder een groot deel van de Europese jeugd.

Tijdens optredens trekt de band steeds meer publiek, voornamelijk tieners. De populariteit van de band neemt in Engeland proporties aan die vergelijkbaar zijn met de Beatlemania (en uiteindelijk de bijnaam "T. Rextacy" krijgt). Aldaar behaalt de band vier nummer 1-hits, maar in de rest van de wereld is de populariteit minder groot. Enkel de singles Hot love, Get it on en Jeepster (alle drie uit 1971) worden ook in Nederland Top 40-hits. Get it on is de enige single van de band die in de Verenigde Staten de Top-Tien weet te halen. De plaat wordt aldaar uitgebracht met de titel Bang a gong (Get it on), omdat de Amerikaanse groep Chase al een hit had met hun Get it on en wellicht ook vanwege de seksuele associaties die de oorspronkelijke titel met zich meebrengt.

In 1972 stapt Bolan over naar EMI en begint daar zijn eigen label T.Rex Wax Co. Hierop wordt het album The slider uitgebracht, met daarop de singles Telegram Sam en Metal guru, die beiden nummer 1-hits worden in het Verenigd Koninkrijk maar in de rest van de wereld minder succes hebben. Het album zelf is het best verkochte album van de band in de Verenigde Staten. In hetzelfde jaar wordt de band op de 'Motion Picture Soundtrack Born To Boogie' begeleid door Elton John en Ringo Starr.

Na de toptienhits Children of the revolution, Solid gold, easy action, 20th century boy en The groover neemt in de loop van 1973 het succes van de groep ook in het Verenigd Koninkrijk duidelijk af. De hitformule lijkt uitgewerkt en Bolan heeft privéproblemen en ontwikkelt een drankprobleem. De jeugd heeft inmiddels andere idolen ontdekt, onder wie Donny Osmond en David Cassidy. Daarnaast vertrok hij om belastingtechnische redenen uit het Verenigd Koninkrijk.

Nummer: Get it On (1971)

Slade is een Britse rockgroep, die tot het midden van de jaren zeventig in Groot-Brittannië zeer populair was: in de jaren 1971 tot en met 1973 had de groep daar zes nummer 1-hits, waarvan de laatste drie (Cum on feel the noize, Skweeze me pleeze me en Merry Xmas everybody) alle vanuit het niets op de toppositie belandden. Slade was afkomstig uit de Midden-Engelse industriestad Wolverhampton. Slade begon als The 'N Betweens in 1966, een typische modband. Op aanraden van Chas Chandler, bassist bij The Animals en manager van Jimi Hendrix, ging de band vanaf 1969 verder als skaband Ambrose Slade, met millimeterkapsels. Het grote succes kwam er echter nog niet van.

Begin 1970 werd de band - vanaf dan Slade geheten - het zat en begon blues te spelen in een stijl die tegen hardrock aan zat. De band werd enorm populair in het clubcircuit en scoorde in de zomer van 1971 de eerste hit: Get down and get with it werd nummer 15 in de Britse hitlijsten, en nummer 6 in Nederland, dankzij steun van zeezender Radio Noordzee, waar de single Treiterschijf was.

Jimmy Lea vond dat de band beter in kon haken op de glamrage die onder meer door T-Rex op gang was gekomen. Noddy en Dave vonden dat hun arbeidersklasse- en bluesachtergrond erin verweven moest worden, waarop Coz I luv you gemaakt werd, dat in november 1971 een regelrechte Engelse nummer 1-hit werd. Samen met producer Chas Chandler was een sound uitgevonden die tot in 1974 gehandhaafd bleef: harde, makkelijk in het gehoor liggende muziek met alledaagse in streekaccent gezongen teksten, waarvan de titel bijna fonetisch geschreven werd. Een rij van tien top 10-hits volgde in Engeland, ook in Europa scorend, maar de Verenigde Staten raakten niet overtuigd, ook al werd Merry Xmas everybody in New York opgenomen.

Vanaf 1974 scoorde Slade met nummers die een andere, ingewikkeldere sound gebruikten; Everyday, The bangin' man, Far far away en How does it feel ? (door Noel Gallagher uitgeroepen tot een van hun beste composities). Die laatste twee nummers waren afkomstig uit de film Slade in Flame over een popgroep uit de jaren 60 en de keerzijde van de roem; de film werd voor Slade-begrippen te somber bevonden. Nu de glamrock over z'n hoogtepunt heen was achtte Slade de tijd rijp om Amerika te veroveren; de band verhuisde voor twee jaar naar de VS en bracht er singles die geen indruk maakten op het grote publiek. Ook in eigen land raakte Slade uit de gratie, hoewel het na thuiskomst opgenomen album Whatever happened to Slade goed werd ontvangen door de punkgeneratie. De zaken liepen zo slecht dat Dave Hill als chauffeur op bruiloften ging werken; Noddy Holder werd door AC/DC gevraagd om hun overleden zanger Bon Scott op te volgen, maar hij sloeg het aanbod af.

Nummer: Coz I Luv You (1971)

Santana is een latin rockband die eind jaren zestig is opgericht door Carlos Santana; gitarist, naamgever en de enige constante factor in alle samenstellingen die deze band heeft gekend. In 1966 richtte Carlos Santana samen met bassist David Brown en toetsenist Gregg Rolie de Santana Blues Band op. Hoewel de band de naam van Carlos Santana droeg (het was van de muzikantenvakbond verplicht om de band naar de muzikale leider te noemen) was het meer een collectief zonder leider. Na verloop van tijd werd de naam ingekort tot Santana en op 16 juni 1968 maakte de band zijn debuut in de Fillmore. In 1969 maakte Carlos Santana zijn albumdebuut op The Live Adventures of Mike Bloomfield and Al Kooper van Mike Bloomfield en Al Kooper. 

Nummer: Samba Pa Ti (1973)

Deep Purple is een Britse hardrockband. De groepsnaam is afgeleid van de jazzklassieker Deep Purple, het favoriete nummer van de moeder (of de grootmoeder, al naargelang de bron) van gitarist Ritchie Blackmore.

Deep Purple is een van de eerste vertegenwoordigers van hardrock en ontluikende heavy metal en heeft tot 150 miljoen albums verkocht. Hun bekendste nummers zijn onder meer Smoke on the Water, Child in Time, Highway Star en Black Night.

Jon Lord startte in 1968 met een band onder de naam Roundabout met gitarist Ritchie Blackmore, maar veel succes had hij niet en al snel vertrokken de drummer en de bassist. Via twee mensen die manager van de groep wilden worden, kreeg hij Nick Simper als bassist en Ian Paice als drummer. Rod Evans sloot zich bij de groep aan als zanger.

De groep wijzigde de naam in Deep Purple en nam een cover op van Hush, wat de eerste hit werd, vooral in de Verenigde Staten. Die single werd gevolgd door een cover van Kentucky Woman van Neil Diamond, waarna de eerste lp volgde, Shades of Deep Purple. Die plaat sloeg niet aan in het Verenigd Koninkrijk, maar had redelijk succes in de Verenigde Staten. Men besloot daarom zo snel mogelijk de volgende plaat, The Book of Taliesyn, uit te brengen. Hierop werkte Deep Purple voor het eerst samen met een orkest (strijkers), op het nummer Anthem. Deze lp had minder succes in de VS dan gehoopt, maar de daaropvolgende tour daar was wel succesvol. In het Verenigd Koninkrijk bleef de band vooralsnog underground.

In deze samenstelling werd een titelloos album uitgebracht, later Deep Purple genoemd. Hierop werkte Deep Purple voor het eerst samen met een kamerorkest, op het nummer April. Het album was het minst succesvolle in deze samenstelling, ook wel Mark I genoemd. Het album bevatte al wel wat meer hardrock.

Nummer: Child in Time (1970)

Creedence Clearwater Revival was een Amerikaanse rockband, die zijn hoogtijdagen kende in de periode 1968-1972. De bezetting bestond uit zanger, gitarist, songwriter John Fogerty (1945), zijn broer Tom Fogerty (1941-1990; gitaar), Stu Cook (1945; bas) en Doug Clifford (1945; drums). De groep speelt een karakteristieke swamp blues (moeras-blues), een mix van country, blues en rock n' roll.
De geschiedenis van Creedence Clearwater Revival (voor het gemak vaak afgekort tot CCR) begint eind jaren ’50, wanneer de broers Fogerty de formatie Tommy Fogerty and the Blue Velvets oprichten. Ze treden voornamelijk op in de San Francisco Bay Area en vergaren zo enige regionale bekendheid. In 1964 krijgt de groep een contract bij platenlabel Fantasy Records, op voorwaarde dat zij haar naam wijzigt in The Golliwogs. Er worden enkele singles opgenomen, maar die hebben weinig impact. In 1967 wordt nogmaals besloten tot een naamswijziging en gaat de groep voortaan door het leven als Creedence Clearwater Revival. Deze 3 elementen komen respectievelijk van Credence Newball, een vriend van Tom Fogerty (de extra e is toegevoegd om het woord 'creed' (= credo of motto) te creëren), Clearwater komt van een tv-reclame voor Olympia ieer dat de smaak van helder water ('clear water') zou hebben, Revival staat voor de nieuwe opleving van de groep, de trouw die men elkaar zweert.

Rond deze tijd is het muzikale klimaat aan het veranderen en hier zal de herdoopte groep snel van gaan profiteren. Ze nemen hun titelloze debuutplaat op en brengen twee singles op hetzelfde moment uit. Het zijn covers van nummers uit de jaren '50: "I Put a Spell on You" en "Suzie Q". Beide nummers halen de Amerikaanse hitparade. Begin 1969 verschijnt het tweede album Bayou Country en met de bijbehorende single "Proud Mary" breekt de band definitief door. Creedence groeit binnen de kortste keren uit tot een van de succesvolste bands ter wereld en produceert hits aan de lopende band: "Bad Moon Rising", "Commotion", "Fortunate Son", "Down on the Corner", "Who'll Stop the Rain", "Up Around the Bend" en "Long As I Can See the Light" zijn slechts een paar van de vele hits die CCR in een korte periode, ook in België en Nederland, scoort. Ook de albums Green River, Willy and the Poor Boys en Cosmo's Factory zijn succesvol.

John Fogerty ontpopt zich tot een hitschrijver van formaat. Hij is als zanger en tekstschrijver ook de allesbepalende figuur van CCR en dat zal uiteindelijk tot de nodige spanningen binnen de groep leiden. Na het zesde album Pendulum verlaat de experimenteel ingestelde Tom Fogerty de groep. Vervolgens eisen bassist Cook en drummer Clifford meer inspraak in het werk en de muzikale koers van de groep. Dit gaat welgeteld één album (Mardi Gras) lang goed, waarna de groep in 1972 definitief uit elkaar valt. In Nederland worden enkele oudere songs opnieuw uitgebracht om nog een laatste graantje van het succes mee te pikken. Zo belanden de nummers "I Heard It Through the Grapevine", "Born on the Bayou" en met name het uit 1968 stammende "I Put a Spell on You" nog hoog in de Nederlandse Top 40.

Nummer: I Put A Spell On You (1968)


U2 is een Ierse rockband met Bono (Paul David Hewson), zang en gitaar, The Edge (David Howell Evans) op gitaar, piano, bas en soms zang, Adam Clayton op bas en soms gitaar en Larry Mullen jr. op drums. Deze bezetting is van het begin af ongewijzigd gebleven, wat uitzonderlijk is in de popgeschiedenis. Zelfs de entourage van de groep – van manager en geluidstechnicus tot roadie en artdirector – is in de loop der jaren bij U2 grotendeels hetzelfde gebleven. De band is politiek actief voor de mensenrechten en steunt vele goede doelen, onder andere door benefietconcerten en inzamelingsacties. Het benefietconcert Live Aid op 13 juli 1985 vormde de definitieve doorbraak van de groep.

U2 begon op 25 september 1976 op de Mount Temple Comprehensive School in Dublin onder de naam Feedback. Larry Mullen jr. had een blaadje opgehangen in de schoolkantine waarop men zich kon aanmelden voor de band. Bono reageerde, waarbij hij zei dat hij kon gitaarspelen en zingen, wat hij allebei (zoals hij in een interview later zei) niet kon. Ook The Edge reageerde. Adam Clayton zou er – volgens een interview – bijgevraagd zijn; "Hij zag er zo stoer uit, als hij bij de band zou komen, zouden we vast populair worden". De toen gevormde band bestond nog uit vijf leden; naast de uiteindelijke U2-bezetting was dat Dik Evans (de broer van The Edge) op gitaar. Begin 1978 veranderde de band zijn naam in The Hype. In die periode verliet Dik Evans de band. Vrijwel tegelijkertijd wijzigde de band op advies van de Ierse zanger en reclameman Steve Averill zijn naam in U2 (de naam U2 is niet een specifieke referentie naar iets). Op 14 oktober 1980 speelde de band voor het eerst in Nederland, in de KRO-studio's te Hilversum. De dag daarna in de Melkweg te Amsterdam, vervolgens op de 16e bij Vera in Groningen. De eerste tournee in Nederland werd op 17 oktober afgesloten bij Gigant in Apeldoorn. De volgende dag trad U2 op in een klein zaaltje in Ukkel voor een zeventigtal toeschouwers, die elk 220 Belgische frank betaalden.[1]

U2 werd, evenals bijvoorbeeld de Schotse band Simple Minds, veelal tot de stroming new wave gerekend. De band ontwikkelde op de eerste albums, Boy (1980) en October (1981), evenwel een eigen en duidelijk herkenbare stijl. Vooral in de beginjaren had het christelijke geloof een sterke invloed op de songteksten van U2, wat met name te merken is aan nummers als I Will Follow, Gloria en With a Shout (Jerusalem).

In januari 1980 beleefde U2 zijn televisiedebuut in The Late Late Show van de Ierse publieke omroep RTE met Stories for Boys.

In mei 1982 speelde U2 in 't Heem in Hattem. Sieb Kroeske was toen productmanager bij platenmaatschappij Ariola Records, die samenwerkte met de platenmaatschappij van U2: Island Records. Die stuurde hem een cassettebandje met muziek van U2, want het lukte de band niet om door te breken in Engeland. Hiermee kreeg Kroeske geregeld dat U2 mocht optreden in het radioprogramma Countdown Café. Het nummer I Will Follow vond Kroeske het beste van dat optreden. Hij kocht de opname voor 1500 dollar van Veronica en bracht het uit op single. Deze debuuthit van U2 behaalde de 12e plaats in de Top 40.[2]

De band speelde drie keer op Rock Werchter: op 4 juli 1982 speelde de band voor het eerst op, 2 juli 1983 en 7 juli 1985. Tijdens dit laatste optreden, op de elfde editie van Rock Werchter, stond de band als headliner op de affiche tussen onder andere R.E.M., The Ramones, Depeche Mode, Joe Cocker en Paul Young.

Na een korte stilte rondom de band werd in 1983 het album War uitgebracht. Twee nummers van dit album werden hits over de hele wereld: New Year's Day en het krachtige Sunday Bloody Sunday, dat teruggreep op het bloedbad van zondag 30 januari 1972 (Bloody Sunday), waarbij veertien ongewapende jongens en mannen werden doodgeschoten door Britse soldaten in Derry, Noord-Ierland.

Na het album The Unforgettable Fire (1984) en een Amnesty International-tournee in 1986 samen met onder andere The Police werd The Joshua Tree (1987) uitgebracht, door velen beschouwd als het hoogtepunt in het oeuvre van U2. Het album bereikte zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de Verenigde Staten de eerste plaats in de hitlijsten en er werden wereldwijd meer dan 25 miljoen exemplaren van verkocht.

Op 10 en 11 juli 1987 gaf U2, in het kader van de Joshua Tour, een concert in De Kuip in Rotterdam voor twee keer 45.000 toeschouwers. Veel van het tot dan toe uitgebrachte werk werd hier ten gehore gebracht. O.a. Where the Streets have no Name, I Will Follow, Sunday Bloody Sunday, The Electric Co., Bad, October, With or Without You en 40. In diverse media verschenen lovende recensies.

U2 hield zich hierna bezig met het album Rattle and Hum (1988) en de gelijknamige documentaire over de band. Rattle and Hum trekt niet de lijn door van de vorige albums, maar is een hommage aan Amerikaanse muziek. Het is een mengelmoes van covers en eigen nummers, zowel in studio's als bij concerten opgenomen. Onder meer B.B. King werkte mee aan dit album.

Nummer: With or Without You (1987)

Simple Minds is een Schotse newwavegroep opgericht door Jim Kerr en Charlie Burchill. In de jaren 80 van de 20e eeuw vierde de band zijn hoogtijdagen. De band heeft vooral bekendheid vergaard door het nummer Don't You (Forget About Me) dat als titelsong voor de film The Breakfast Club werd gebruikt en wereldwijd een nummer-1-hit was (1985). De groep Simple Minds werd in 1977, aanvankelijk onder de naam Johnnie & the Self-Abusers, opgericht door Charlie Burchill, Jim Kerr, Brian McGee en Tony Donald. Hun vroege muziek, met o.a. invloeden van David Bowie en Magazine, vond erkenning binnen de newwavestroming. De eerste singles werden echter geen succes. De groep schoof op in de richting van de commerciële popmuziek.

Inmiddels versterkt met Mel Gaynor als drummer bracht de groep vanaf 1982 gemakkelijker in het gehoor liggende albums uit. Deze albums leverden de groep een paar kleine hitjes op, waarvan Promised You a Miracle ook in Nederland een hit werd. Hun grote doorbraak kwam met het nummer Don't you (Forget about me) uit 1985. Met dit nummer had de groep in veel landen een nummer 1-hit, waaronder Nederland.[1] Dit nummer werd geschreven als soundtrack voor de Amerikaanse film The Breakfast Club. Het nummer werd ook een nummer 1-hit in de Verenigde Staten, tot op heden de enige grote hit die de band daar had.

Kort na deze grote hit stapte bassist Derek Forbes uit de band. Andere top 10-hits uit die tijd zijn Alive and Kicking, Sanctify Yourself en All The Things She Said. In 1988 organiseerde de band samen met Jerry Dammers van The Specials het Nelson Mandela 70th Birthday Tribute Concert in het Londense Wembley Stadion. Voor deze gelegenheid werd het nummer Mandela Day uitgebracht dat eveneens een hit werd. Eind jaren tachtig had de groep een tweede nummer 1-hit in Nederland met het nummer Belfast Child (1989). In 1983 gaf Jim Kerr samen met de rockgroep U2 een optreden op het Belgische muziekfestival Rock Werchter.

Na de jaren tachtig werd het rustiger rond Simple Minds. Dat kwam onder meer doordat toetsenist Michael MacNeil de band had verlaten. De band had nog hits met Let There Be love (1991, Real Life) en She's a River (1995, Good News From The Next World). Nadat Virgin het vertrouwen in Simple Minds had opgezegd, bracht de band in 1998 het album Neapolis uit, waarbij werd getracht terug te gaan naar de roots, zoals men die op New Gold Dream had kunnen horen. Voor dit album werd bassist Derek Forbes teruggevraagd, omdat ze de vaardigheden nodig hadden van de originele bassist. Forbes had echter geen interesse wederom als vast bandlid aan te treden.


Santa Esmeralda is een Amerikaans/Franse discogroep, die in 1977 een nummer 1 clubhit scoorde met een cover van het lied "Don't Let Me Be Misunderstood".

De band was in zijn originele formatie actief van 1977 tot 1981. In 2002 werd de band nieuw leven ingeblazen. De band werd opgericht door Leroy Gómez. Hij begon op zijn 14e reeds zijn eigen band en voegde zich later bij Tavares. Met hen ging hij op tour in Noord-Amerika en Europa.

In Parijs werd hij door Elton John uitgenodigd om mee te werken aan diens album Goodbye Yellow Brick Road.[1] Hierna verliet Gómez Tavares en leerde de songwriters Nicolas Skorsky en Jean Manuel de Scarano kennen. Met hen richtte hij de band Santa Esmeralda op. Het eerste album van de band was Don't Let Me Be Misunderstood, met Gómez als zanger. Dit album werd uitgebracht door het onafhankelijke platenlabel Fauves Puma. Het album was een groot succes in Europa, en werd door Casablanca Records wereldwijd uitgebracht.[2] De b-kant van het album, You're My Everything, werd een succes op de radio.

Santa Esmeralda begon als een studioact, maar Gómez wilde ook graag gaan optreden. Daarom werd de groep uitgebreid met dansers, waaronder Gómez’ toekomstige vrouw Tequila. Santa Esmeralda scoorde nog een top 20 discohit met een cover van The House of the Rising Sun", maar het zangwerk werd dit keer gedaan door Jimmy Goings. In 1978 werd het lied "Sevilla Nights" opgenomen als soundtrack voor de film Thank God It's Friday. Verder had Santa Esmeralda dat jaar drie albums in de hitlijsten staan.

Nadien scoorde Santa Esmeralda nog een kleine hit met "Beauty" en "Another Cha-Cha/Cha-Cha Suite". De albums die de band daarna uitbracht, resulteerden niet meer in noemenswaardige hits. Toen het discogenre bovendien aan populariteit verloor, werd besloten de groep op te heffen.

In 2002 ging Gómez op tournee met een nieuwe samenstelling van de groep. Samen met hen bracht hij Lay Down My Love en Santa Esmeralda - The Greatest Hits uit. In 2003 kreeg de groep nieuwe aandacht toen "Don't Let Me Be Misunderstood" werd gebruikt op de soundtrack van Kill Bill.

Nummer Don´t Let Me Be Misunderstood )1977

Donna Summer, pseudoniem van LaDonna Adrian Gaines (Boston, 31 december 1948Key West, 17 mei 2012), was een Amerikaans zangeres, songwriter en artieste. Ze was het bekendst van haar discohits uit de jaren 70, die haar de bijnaam "Queen of Disco" (koningin van de disco) opleverden. Als een van de weinige discosterren slaagde ze er ook in om hits te scoren in andere genres als r&b en Dancepop. 

Summer werd geboren in Boston, Massachusetts in een gezin van zeven kinderen met vrome, christelijke ouders. Ze werd beïnvloed door de Amerikaanse gospelzangeres Mahalia Jackson en zong in haar jeugd in de kerk. Naar eigen zeggen had ze tijdens haar eerste solo een goddelijke openbaring, waarin haar te verstaan werd gegeven haar stem te gebruiken om een ster te worden. Als tiener formeerde ze kleine zanggroepjes, met onder anderen haar zus en een nicht. Gezamenlijk imiteerden ze muziekgroepen als The Supremes en Martha & The Vandellas. Aan het eind van de jaren 60 werd ze beïnvloed door Janis Joplin. Ze staakte haar opleiding en werd leadzanger van een psychedelische-rockgroep, Crow. In 1968 deed ze auditie voor de rol van Sheila in de Broadwaymusical Hair. Ze kreeg de rol niet, maar toen de musical naar Europa ging werd deze haar alsnog aangeboden. Zo vertrok ze naar Duitsland, waar ze tijdens een langdurig verblijf onder meer meezong in de musicals Godspell en Show Boat en zich aansloot bij de Weense Volksopera (de Volksoper Wien).

Nadat ze in München was gaan wonen, trouwde Gaines met de Oostenrijkse acteur Helmuth Sommer en nam daarna haar artiestennaam Donna Summer aan, een verengelsing van het Duitse woord Sommer (zomer). Oorspronkelijk was het Donna Sommer, maar door een typfout op de hoes van de eerste single, werd het dus Summer. De naam heeft ze dan maar behouden. In 1971 bracht ze in Nederland haar eerste solosingle uit : Sally Go Round the Roses. Summer tekende daarvoor een albumcontract in Nederland.

Lady of the Night is de titel van haar eerste album uit 1974, dat alleen in Nederland werd uitgebracht. De van dit album afkomstige single The Hostage was haar eerste Europese hit. De single Lady of the Night was vooral in Nederland succesvol. (eigenlijk een Engelstalige smartlap over een prostituee/escortmeisje). Summer trad regelmatig op in AVRO's Toppop en in de satirische en vaak controversiële televisieshow Van Oekel's Discohoek van Dolf Brouwers alias Sjef van Oekel. Bovendien werd Nederland in die tijd als belangrijk trendsettend land gezien voor de popmuziek. Nederland was min of meer de bakermat van haar succes. Haar eerste album werd echter een matig succes.

In 1975 keerde Summer terug naar de Verenigde Staten. In 1975 werd in veel landen Love To Love You Baby uitgebracht. Het nummer sloeg in als een bom. Het gekreun dat de zangeres in dit nummer ten gehore bracht, was een tijd lang het gesprek van de dag. Het nummer schoot in veel landen naar de eerste plaats in de hitlijsten. In de VS werd het nummer eerst niet uitgebracht, maar wel door enkele radiozenders gedraaid als import uit Europa. Uiteindelijk werd het ook in de Verenigde Staten uitgebracht en ook daar een grote hit en uitgebracht als een van de eerste disco maxi singles. Een aantal radiozenders boycotte de single echter wegens obscene geluiden. Maar haar naam werd wel gevestigd. Haar volgende album A Love Trilogy kwam uit in 1976. Het van dit album afkomstige nummer Could It Be Magic werd vooral in Europa een grote hit. Op A Love Trilogy staat evenals op Love To Love You Baby een lang nummer (Try Me I Know We Can Make It) dat op vinyl een hele plaatkant in beslag nam. Down deep inside (1977) was de titelsong uit de film The Deep met in de hoofdrollen Nick Nolte, Robert Shaw en Jacqueline Bisset, geproduceerd door John Barry (die ook onder andere James Bond produceerde).

In de jaren daarna bracht Summer meerdere singles uit, die allemaal grote hits werden ook mede door de opkomst van de disco muziek. Er werd in die periode gezegd dat "alles wat Donna Summer aanraakt, verandert in goud". Ze kreeg in 1975-1976 de officiële titel The Queen of Disco en de officieuze titel The First Lady of Love, de laatste als marketing van haar label Casablanca, dat haar lanceerde als disco-liefdesgodin. Ze was een van de weinige discoartiesten die ook veel aandacht aan elpees besteedde in de vorm van conceptalbums met een vast thema: zoals "A Love Trilogy", "Four Seasons Of Love", "I Remember Yesterday", "Once Upon A Time" en "Bad Girls". Deze albums waren dusdanig gevarieerd qua muziek dat Donna met recht als de meest vooruitstrevende en innovatieve zangeres van haar tijd werd gezien. Ook wist ze zich met haar enorme bereik en manier van zingen aan elk lied aan te passen. Haar eerst livealbum "Live and More" (1978) wordt nog steeds gezien als een van de beste livealbums aller tijden. No more tears (Enough is enough) was een duet samen met Barbra Streisand. Het werd een wereldhit en de eerste platina maxisingle in de Verenigde Staten. Bekend is dat beide diva's zo onder de indruk van de ander waren, dat ze (ondanks eerdere pogingen) het nummer apart hebben ingezongen. De langzame intro is zelfs door de songwriters voor Streisand geschreven, omdat disco toch meer Summer op het lijf geschreven was. Summer heeft in 1978-1979 vier nummer 1-hits op rij weten te scoren in de Billboard Hot 100. Dat was toen een unicum en voor zover bekend is dat nadien door geen enkele andere artiest geëvenaard. Het duet met Barbra Streisand is ook het meest succesvolle duet in de popmuziek tot nu toe.[bron?]

Daarna volgde in 1979 de grote hits Hot Stuff, On the Radio and Dim All the Lights. Inmiddels werd het geloof (christendom) steeds belangrijker voor haar. Ze werd genomineerd voor een Grammy Award voor Album of the Year en voor Best Disco Recording. Voor On the Radio ontving Summer opnieuw een Grammy-nominatie voor Best Female Pop Vocal Performance. In 1979 speelde ze acht uitverkochte nachten in het Universal Amphitheater in Los Angeles. Casablanca Records bracht in oktober 1979 het album On the Radio: Greatest Hits Volumes I & II, haar eerste internationale verzamelalbum met daarop al haar grootste hits.


Nightwish is een Finse metalband, gevormd in juli 1996 te Kitee (Finland) en opgericht door Tuomas Holopainen. De band maakt naar eigen zeggen "symfonische heavy metal", de muziek wordt vaak tot de "gothic metal" gerekend.
Het idee van Nightwish ontstond toen Tuomas Holopainen met enkele vrienden een nacht rond het kampvuur doorbracht. Kort daarna, in juli 1996, werd de band opgericht. De eerste drie nummers kenmerkten zich door het gebruik van akoestische gitaar, keyboards en zang van Tarja Turunen. Deze drie nummers - Nightwish, The Forever Moments en Etiäinen - verschenen ook op de eerste demo van de band. Aan het nummer Nightwish dankt de band ook zijn naam.

In 1997 verruilde de band de akoestische gitaar voor de elektrische gitaar. Verder besloot de band met drums te experimenteren. Hiervoor werd het nieuwe bandlid Jukka Nevalainen aangetrokken. Na enkele weken oefenen werden in april 1997 zeven nummers opgenomen. Deze zijn te vinden op de gelimiteerde uitgave van Angels Fall First. In mei 1997 tekende Nightwish een platencontract met het label Spinefarm Records voor twee opnamen. In augustus werden opnamen gemaakt van vier nieuwe nummers. Voor de uitgave van het album Angels Fall First, niet te verwarren met de gelimiteerde editie, werd een single uitgebracht van het nummer The Carpenter. In april 1998 maakte de band opnamen voor hun eerste videoclip van het nummer The Carpenter. In de zomer van dit jaar maakte ook bassist Sami Vänskä zijn entree.

In augustus begon Nightwish aan de opnamen voor een nieuw album. Op 31 december gaf Nightwish een concert in hun "geboorteplaats" Kitee. Tijdens dit concert werden opnamen gemaakt voor een nieuwe videoclip van het nummer Sacrament of Wilderness. Dit nummer werd op 26 november uitgebracht als single. Op 7 december werd eveneens het album Oceanborn uitgebracht. In het voorjaar van 1999 werd Oceanborn ook buiten Finland uitgebracht. In mei 1999 werd de single Sleeping Sun opgenomen. Deze werd in augustus in Duitsland uitgebracht met de nummers Walking in the Air (een cover van de titelsong van de Engelse tekenfilm The Snowman), Swanheart en Angels Fall First.

Begin 2000 startte Nightwish met de opnamen voor hun derde album. Een kleine onderbreking vond plaats toen Nightwish meedeed aan de kwalificatie voor het Eurovisiesongfestival met het nummer Sleepwalker. De eerste ronde kwamen zij glansrijk door, maar in de finale moesten zij het afleggen tegen een andere deelnemer. Dit ondanks de overweldigende overwinning met de publieksstemmen.
Het nieuwe album Wishmaster kwam uit in mei 2000.

In maart 2001 begon Nightwish aan de opnamen van Gary Moores klassieker Over The Hills And Far Away. Hiernaast werden twee nieuwe nummers opgenomen, en een remake van het nummer Astral Romance dat te vinden is op Angels Fall First. Deze cd werd in juni 2001 uitgebracht in Finland. In andere landen werd de uitgave van het Duitse Drakkar Records uitgebracht, die naast de vier nieuwe nummers ook zes live-opnamen bevat.

Nightwish tekende in deze periode ook voor een extra album bij Spinefarm Records. Gedurende de rest van 2001 waren er meer gebeurtenissen te bespeuren. Sami Vänskä verliet de band na problemen binnen de band. Holopainen overwoog zelfs om helemaal met de band te stoppen. Marco Hietala, ook bekend van de bands Tarot en Sinergy, vergezelde de band sinds Vänskäs vertrek, in de komende tournee en bij de opnamen van het nieuwe album. Verder werden in dit jaar ook onder de titel From Wishes to Eternity een dvd, VHS-video en cd uitgebracht met live-materiaal van de band.

Het album Century Child kwam uit in mei 2002. Kenmerkend voor dit album zijn de zangpartijen van Marco Hietala. Naast het album Century Child werden ook twee singles uitgebracht, namelijk Bless the Child en Ever Dream. Gedurende 2003 werd gewerkt aan een dvd-documentaire over Nightwish. Nadat de deadline reeds meerdere malen was verschoven, werd de documentaire in oktober uitgebracht onder de naam End of Innocence. In mei 2003 maakte Turunen bekend dat zij enkele maanden eerder in het geheim getrouwd was met de Argentijnse zakenman Marcelo Cabuli.

Medio 2003 begon Nightwish aan de opnamen voor hun zesde album Once. In juni 2004 verscheen het album Once, voorgegaan door de single Nemo. In Europa werd het album op 7 juni 2004 uitgebracht door het Duitse Nuclear Blast. Op dezelfde dag verscheen de cd in Brazilië, Mexico, Japan en Chili onder het label Universal Music en Spinefarm Records. Op 5 oktober 2004 verscheen het album ook in de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, uitgebracht door Roadrunner Records. Daarnaast werd het album uitgebracht in Rusland door FONO LTD. De tweede single, Wish I had an angel, is ook terug te vinden op de soundtrack van de film Alone in the dark.

Na afloop van het laatste concert van de Once-World Tour, op 22 oktober 2005 in Helsinki, stuurden de andere bandleden Tarja een open brief. Daarin schreven ze dat ze om verschillende redenen hadden besloten zonder haar verder te gaan. Nightwish ging daarom verder zonder hun 'gezicht' Tarja, en moest op zoek naar een nieuwe zangeres.

In 2006 werd de live-dvd End of an Era uitgebracht, die in heel Europa goed scoorde. In Finland en Duitsland was de dvd meteen goed voor goud. De resterende bandleden hadden al vanaf het begin van dat jaar nummers voor een nieuw album klaarliggen. Tijdens de zomer van 2006 repeteerden ze de nieuwe nummers, terwijl ze bleven doorzoeken naar een nieuwe zangeres. In september begonnen de opnamen voor de instrumentale gedeelten van het nieuwe album, dat ten vroegste medio 2007 uitgebracht zou worden.

In 2007 gingen de opnamesessies verder. Er werd bekendgemaakt op Nightwish.com dat op 30 mei 2007 de nieuwe single, die Eva zou gaan heten, zou worden uitgebracht. Deze was echter alleen online verkrijgbaar. Tegelijk met de nieuwe single werd ook de identiteit van de nieuwe zangeres bekend. Door een lek op internet werd de naam echter enkele dagen eerder bekendgemaakt. In augustus 2007 kwam vervolgens een tweede single uit die wel in de platenzaak te kopen was. Op 26 september 2007 kwam het nieuwe album Dark Passion Play uit.

Op 1 april 2007 besloot de band hun nieuwe albumcover en -titel te onthullen. Faster, harder, Nightwish zou het gaan heten. Dit verwees naar de nieuwe muzikale stijl die de band zou gaan spelen. De dagen van de ballads zouden geteld zijn. Een dag later werd bekendgemaakt wat de meeste fans allang doorhadden: het ging om een 1 aprilgrap. Ondertussen verschenen er verschillende bestanden op het internet onder de naam 'Eva-Nightwish', maar deze blijken allemaal nep.

Exact een week voor de officiële verschijning bleek het nummer Eva te zijn uitgelekt. Daarom werd besloten de bekendmaking van de nieuwe zangeres, de Zweedse Anette Olzon, naar 24 mei te verschuiven. Op diezelfde dag was al een korte sample van Eva te beluisteren via de officiële website van de band. In juni maakte de band bekend dat het nieuwe album Dark Passion Play ging heten. Voorafgaand aan het album werd op 22 augustus de single "Amaranth" uitgebracht.

Aansluitend aan de uitgave van Dark Passion Play werd een wereldtournee gestart, waarbij Nightwish op 21 en 23 maart 2008 respectievelijk Nederland (Amsterdam) en België (Antwerpen) aandeed en in België stond ook Rock Werchter op hun programma. Op 21 mei 2008 kwam de 5e single van Dark Passion Play uit. Deze was getiteld The Islander.[1] Op 16 augustus 2008 gaf Nightwish een concert op het festival van Lowlands te Biddinghuizen en op 14 maart 2009 in Brussel in de concertzaal Vorst Nationaal. Een dag later, op 15 maart 2009 gaf Nightwish een concert in Nederland in Ahoy Rotterdam.

Op 11 maart 2009 werd ook een live-cd uitgebracht, opgenomen tijdens de Dark Passion Play-tournee, getiteld Made in Hong Kong (And in Various Other Places).

Nightwish maakte op 10 februari 2011 bekend met een nieuw album bezig te zijn, getiteld Imaginarium. Om verwarring met gelijknamige concepten te voorkomen, besloot de band later de titel te veranderen in Imaginaerum. Op 26 oktober werd er een teaser uitgebracht waarin een stuk uit Storytime al te beluisteren viel. De eerste single van het album, Storytime, verscheen op 9 november. Op 30 november 2011 kwam het album uit. Ook werd bekendgemaakt dat er een film in de maak was die op het album gebaseerd zou zijn en naar verwachting in 2012 zou uitkomen. In september 2012 werd Anette Olzon vlak voor een optreden ziek. Ze moest snel naar het ziekenhuis toe. Er kwam voor dat concert een vervanger (de zangeres van Kamelot). Tevens werd toen bekend dat zij zwanger was. Vlak daarna besloten Anette Olzon en Nightwish in onderling overleg om uit elkaar te gaan. Nightwish was niet van plan om de tournee door Amerika af te zeggen en daarom besloot de groep verder te gaan met zangeres Floor Jansen (ReVamp en ex-After Forever) als vervanging.

Op 9 oktober 2013 maakte de band bekend dat Floor Jansen en Troy Donockley als vaste bandleden bij Nightwish zullen blijven. Wegens gezondheidsredenen zal in plaats van Jukka Nevalainen[3] Kai Hahto de drummer zijn bij het nieuwe album.

Met Floor Jansen als nieuwe zangeres kwam in 2015 Endless Forms Most Beautiful uit. Op 19 en 20 november 2015 gaf Nightwish, naar aanleiding van dit nieuwe album, concerten in de Heineken Music Hall in Nederland en toerde door de rest van Europa in november. Tijdens deze zeer succesvolle tournee nam de band het live-album Vehicle of Spirit op, waarbij shows in de Wembley Arena (Londen) en in Finland professioneel werden opgenomen.

In 2018 toerde Nightwish de wereld over met hun "Decades World Tour". Tijdens deze toernee werden oude nummers gespeeld, sommigen van welke nooit eerder live waren uitgevoerd. De tournee werd vereeuwigd door de dvd Decades: Live in Buenos Aires. In 2019 nam de band een jaar vrije tijd om weer op te laden. Tuomas Holopainen verklaarde dat hij "creatief was opgebrand" en tijd nodig had om nieuwe muziek voor Nightwish te componeren.

In april 2020 kwam het nieuwe album van Nightwish uit, Human. :II: Nature.. De eerste single van het nieuwe album, "Noise", werd op 7 februari 2020 vrijgegeven. Nightwish maakte tevens bekend dat drummer Jukka Nevalainen niet terug zou keren voor de wereldtournee. Hij werd definitief vervangen door drummer Kai Hahto, die sinds 2013 in Nightwish had gespeeld. Op 6 maart 2020 volgde de tweede single van het nieuwe album: "Harvest". Dit was het eerste nummer in de geschiedenis van Nightwish waar Troy Donockley de zang verzorgde.

Op 12 januari 2021 maakte Marco Hietala bekend voor onbepaalde tijd uit Nightwish te vertrekken.[4][5] Voor de Human. :II: Nature. wereldtournee werd Wintersun-bassist Jukka Koskinen aangetrokken als de tijdelijke vervanger voor Hietala. Zijn zangpartijen werden verdeeld onder Floor Jansen en Troy Donockley. In mei 2021 speelde de band een tweetal virtuele concerten in taveerne The Islanders Arms. De eerste show werd door ruim 150.000 fans bekeken. Tijdens deze virtuele concerten (als gevolg van de COVID-19 lockdown) werden voor het eerst nummers van Human. :II: Nature. live gespeeld.

Op 21 augustus 2022 kondigde Nightwish aan dat sessiebassist Jukka Koskinen definitief een volwaardig lid van de band zou worden. Nightwish begon volgens Holopainen tevens met werken aan nieuwe muziek voor een album dat in 2023 uit moet gaan komen.

Vier nummers van mij favorite band.